Sami-joiken




Jonge Sami-artiesten blazen momenteel nieuw leven in een van de oudste zangtradities van Europa. Oude klanken ontmoeten moderne genres. Het resultaat? Een nieuwe golf van dappere, internationaal erkende en bekroonde artiesten. De gezangen van het Sami-volk zijn door de eeuwen heen blijven bestaan dankzij de overlevering van generatie op generatie. Sommige van de oudste joiks die we vandaag nog kennen werden opgetekend door priesters en missionarissen in de achttiende en negentiende eeuw. Volgens de mondelinge traditie kregen de Sami hun joik van feeën en elfjes uit het noordpoolgebied. De joik was een belangrijk instrument om kennis en verhalen door te geven. Je kunt het moeilijk over de joik hebben zonder ook een heel donker hoofdstuk uit de Noorse geschiedenis te vermelden. Eeuwen lang stond de Sami-cultuur immers onder zware druk van de Noorse regering. Lange tijd was het voor het Sami-volk verboden hun eigen taal te spreken en werden ze door het strikte assimilatieproces gedwongen Noors te leren. Joiken werd als zondig bestempeld en was verboden in scholen in Sami-gebied. Pas in 1988 werd de Sami-akte in de Noorse grondwet opgenomen. Toen was de Samische taal en het joiken al in verschillende regio’s verdwenen.